Het eerste jaar

Het eerste jaar is breed. Je leert problemen oplossen met computers, werken met intelligente omgevingen, netwerkmodellen, programmeren en multimedia. Het doel van het onderwijs in het eerste jaar is veelzijdig. Enerzijds is het de bedoeling je als student een aantal basisvaardigheden bij te brengen die in de latere jaren in verschillende vakken onmisbaar zijn. Hieronder vallen onder andere vakken die zich bezighouden met onderwerpen uit de logica en de wiskunde, terwijl je ook vertrouwd raakt met gebruikte computersystemen en de principes van het programmeren. Anderzijds geven de verschillende vakken een inleiding in de hoofdgebieden van de informatica, zodat je een globaal beeld krijgt van wat de opleiding te bieden heeft. Tijdens dit eerste jaar word je intensief begeleid door docenten en studiebegeleiders. Toch liever iets anders? Zonder tijdverlies kun je aan het begin van je studie overstappen naar een andere studierichting.

Het tweede jaar

In het tweede jaar ga je meer de diepte in. Je verdiept je in de vakken waarmee je in het voorgaande jaar kennis hebt gemaakt. Daarnaast kun je je specialiseren in software, computersystemen of theorie.

Het derde jaar

In het derde jaar geef je je studie steeds meer richting. Van tevoren stel je een profiel vast en kies je de vakken die daarbij passen. Economie en bedrijfskunde behoren ook tot de mogelijkheden. Je volgt een oriëntatiecursus waarin je zicht krijgt op je toekomst na het behalen van je bachelor: ga je verder studeren of ga je direct aan het werk?

Het vierde jaar

De bacheloropleiding Informatica sluit je af met een stage en een bachelorproject, waarin je zelfstandig een opdracht uitvoert. Meestal doe je dat in de vorm van een scriptie en een presentatie van je eigen werk.