De eerste twee jaar

De eerste twee studiejaren zijn opgedeeld in drie blokken per jaar. Je bouwt een brede bedrijfskundige basis op door steeds één bedrijfsproces centraal te stellen. In jaar één richt je je op bestuurlijke, operationele, commerciële en financiële processen. In jaar twee komen human resources en informatie- en communicatieprocessen aan bod. Deze processen onderzoek je binnen je eigen organisatie: je beschrijft ze, analyseert knelpunten en draagt praktische oplossingen aan.

Het laatste halfjaar van het tweede jaar staat in het teken van een managementgame. Hierin breng je alle zes de bedrijfsprocessen samen en leer je hoe ze met elkaar samenhangen. Je krijgt inzicht in het geheel én leert hoe je bijdraagt aan het sturen van deze processen.

Overstapmogelijkheid

De eerste twee studiejaren van de opleidingen Bedrijfskundige Informatica, Marketing en Bedrijfseconomie overlappen grotendeels. Daardoor kun je tot en met het tweede jaar overstappen naar een van de andere opleidingen zonder studievertraging.

De hoofdfase

In het derde en vierde jaar verdiep je je in de kern van Bedrijfskundige Informatica. Je volgt vakken als business intelligence, informatieplanning en business process management. Daarnaast werk je in projectgroepen aan complexe praktijkvraagstukken, waarbij je jouw ICT-kennis en bedrijfskundige inzichten combineert.

Je ontwikkelt verder je professionele vaardigheden, onder andere door heldere en gestructureerde rapportages te leren schrijven. Omdat je al werkt, hoef je geen stage te lopen. In plaats daarvan word je beoordeeld op zogeheten ‘beroepsproducten’ en een eindassessment, waarin je jouw werkstuk presenteert én de context toelicht waarin het tot stand is gekomen.

Zelfreflectie en persoonlijke ontwikkeling zijn belangrijke onderdelen van deze fase. Je leert kritisch kijken naar je eigen functioneren, samenwerken met anderen en het verbeteren van bedrijfsprocessen met behulp van ICT.

Instroom en studieopbouw eerste jaar

De bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica heeft een nominale studieduur van vier jaar voor studenten zonder VWO-diploma. Zij volgen in het eerste jaar een aangepast algemeen basisprogramma op hbo-niveau. Binnen dit programma kunnen studenten maximaal 60 studiepunten (credits) behalen.

Studenten kiezen zeven algemene vakken van elk 6 studiepunten, zoals: Nederlands, Engels, Aardrijkskunde, Geschiedenis, Biologie, Scheikunde, Natuurkunde, Wiskunde I, Economie I, Economie II en Sociologie.

Daarnaast volgen zij twee propedeusevakken uit hun gekozen hoofdrichting, voor in totaal maximaal 18 studiepunten. Het totaal aantal te behalen credits per jaar is 60.

Voor studenten met een VWO-diploma geldt een verkort traject. Afhankelijk van het aantal voldoendes (cijfer 6 of hoger) op hun eindlijst, kunnen zij tot maximaal 42 studiepunten inbrengen voor het propedeusegedeelte. Per behaald vak mag 6 studiepunten worden ingebracht. De totale studieduur bedraagt voor deze studenten drie jaar. Het propedeusegetuigschrift kan worden aangevraagd zodra 60 studiepunten aan IBW-tentamens zijn behaald.

Voor het behalen van het bachelordiploma moeten alle studenten in totaal 240 studiepunten behalen.